
Als klant mag je van je bank meer verwachten dan slechts de uitvoering van betalingsopdrachten. Omdat banken kennis, gegevens en technische mogelijkheden hebben die jij niet hebt, rust op hen een bijzondere zorgplicht: zij moeten verdachte patronen signaleren, klanten waarschuwen en, in situaties van (dreigende) fraude, waar mogelijk ingrijpen om schade te voorkomen.
Deze plicht volgt niet uit één wetsartikel, maar uit een bundel van wettelijke regels en vaste rechtspraak. In die rechtspraak heeft de rechter de inhoud van die zorgplicht nader uitgewerkt. Zo heeft de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, meerdere keren benadrukt dat banken tegenover zowel hun klanten als tegenover derden een bijzondere verantwoordelijkheid hebben. Dat geldt vooral als uit de feiten voldoende aanwijzingen voortvloeien dat op een rekening onrechtmatige activiteiten plaatsvinden.
Het klassieke Safe-Haven-arrest van de Hoge Raad vormt hierbij het uitgangspunt. Als een bank gegronde aanwijzingen heeft dat haar klant beleggingsactiviteiten uitvoert waarvoor wettelijke vergunningen vereist zijn en de klant heeft die niet, moet de bank daar iets mee. Doet zij dat niet, dan kan dat aansprakelijkheid opleveren. In latere rechtspraak is die uitspraak geconcretiseerd: de toets is feitelijk en contextgebonden, met aandacht voor wat de bank op grond van haar positie en middelen had kunnen en moeten doen.
De Wet op het financieel toezicht (Wft) verplicht financiële instellingen bovendien tot zorgvuldig handelen, terwijl het Burgerlijk Wetboek (met name de onrechtmatige-daadnorm) gedupeerden een civielrechtelijke route biedt als die zorgplicht is geschonden.

Voor betalingsverkeer geldt een bijzonder wettelijk regime in Boek 7, titel 7B BW. Als een betaling zonder jouw toestemming heeft plaatsgevonden, moet de bank het bedrag in beginsel onmiddellijk terugbetalen (artikel 7:529 lid 1 BW). Alleen bij opzet of grove nalatigheid van de rekeninghouder vervalt dit recht. Daarnaast blijft het algemene aansprakelijkheidsrecht van toepassing: als de bank haar zorgplicht heeft geschonden, kun je schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). In de praktijk lopen deze trajecten soms naast elkaar. Het betalingsrechtelijke spoor voor onmiddellijke terugbetaling en het civiele spoor voor het verkrijgen van aanvullende schade.
Die toets is casuïstisch. Kortom: de rechter bekijkt ieder geval afzonderlijk. Rechters wegen mee of de bank waarschuwingssignalen had, of zij technisch en organisatorisch in staat was om extra checks te doen, of zij tijdig contact heeft gezocht met de klant en of de klant zelf professioneel of juist bij uitstek kwetsbaar was.
Eerdere rechterlijke uitspraken laten zien dat van banken het nodige mag worden verwacht. Waar systemen en logs aantonen dat verdachte transacties herkenbaar waren, rust op de bank een verplichting tot nader onderzoek en, als dat nodig is, blokkering en melding bij de autoriteiten.

Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Neem contact met ons op, om je te verzekeren van de beste rechtsbijstand door onze ervaren en gespecialiseerde advocaten.